Eén voor één kwamen ze opdraven in een nieuwe ‘toren’, de acht tonpraters die Gestel een wel bijzondere 22e editie van de Torenproat bezorgden. Wat de Fobussen normaliter twee weken voorafgaand aan het carnaval laten gebeuren, week vanwege corona uit naar de maand mei. En toch, zij slaagden erin om het Gestelse publiek drie aangename tonpraatsessies te bezorgen. Gezellige uurtjes in de Meander kortom, met veel oeverloos geklets en gezever .
Torenproat-winnaar Luke de Keijzer houdt als Michel de Kapper het publiek heerlijk bij de les
Op vrijdag was het Jesper Kapteijns die het voor de kiezen kreeg om te beginnen. En hij stónd er, met bravoure en met originele teksten als Bo Det. Soms vergden deze wat denkwerk voor het publiek in de goedgevulde Meander. Kapteijns bleek in staat te kunnen groeien in zijn rol. Want op zondag was hij het die de dagprijs won. Na hem volgden op vrijdag (iedere speelavond kende een andere volgorde van optreden-w.g.) Michel de Kapper (Luke de Keijzer), Tinus Tap (Ties van der Sloot), James Blond (Paul van Gestel), Irma Wolk (Mirjam van Drunen), Rokkie (Christian Roovers), Meneer Burnhout (Bram van Hulten). Met als uitsmijter Kiske Kistemaker (Thieu van Berkel).
Lokale aangelegenheden
Zoals het eenmaal hoort bij tonpraten kwamen ook nu wat Gestelse elementen, sentimenten en prominenten aan bod. Het gat in het centrum natuurlijk, maar ook diverse personen die vegen uit de pan kregen. Daarbij viel vooral de naam van de burgemeester op. Met humor die soms op het randje balanceerde kon de zaal, gezien de telkens opklinkende lach, blijkbaar wel leven. Al viel er bij enkelen zo nu en dan een frons te bekennen.
In allerlei opzichten werd de traditie die zich doorgaans in januari of februari ontvouwt, in deze maand mei gehandhaafd. Sterke buuts, afgewisseld met ietwat minder klasse. Dan het vertrouwde sneetje roggebrood met zult, en dan de intussen befaamde roffels bij de prachtig gespeelde variant van ‘Also sprach Zarathustra’. Met als definitief sluitstuk de samenzang, de dank aan alle tonpraters.
Publiek en combo horen Ties van der Sloot (Tinus Tap) met genoegen aan
Publiek
De publieke belangstelling bleef wat achter bij de eerdere jaargangen van de Torenproat. Waarschijnlijk, zo vermoedde de organisatie, vanwege het uitwijken naar de meimaand én door het gemis van een naderende carnaval. Met in totaal zo’n zevenhonderd bezoekers waren alle stoelen in de Meander bezet. “Bij meer belangstelling hadden we volop ruimte nog stoelen bij te plaatsen”, liet Bert Rijkers voor de Fobussen weten.
Dat publiek dus, dat het moeilijk gemaakt kreeg door de tonpraters. Zij immers konden hun stem uitbrengen. Want enkelen staken er zonder enige twijfel boven uit. Vrijdags en zaterdags kreeg Luke de Keijzer (Michel de Kapper) de meeste stemmen, werd daarmee ook algeheel winnaar. De Keijzer verbaasde zich over de winst: “Dit heb ik echt niet zien aankomen”, glundert de winnaar, “Ik had Paul van Gestel of Christian Roovers hoger ingeschat.” De publiekswinnaar had ook een oordeel over het gehele evenement: Luke de Keijzer: “Zoals de Fobussen het hebben georganiseerd, het publiek, het combo, de acteurs die in de pauze de zaal bespeelden, de Meander, alle tonpraters, ik geef het alles bij elkaar krijgen van mij het cijfer van 7,5 tot 8.”
Een cijfer waarmee de bezoekers het ongetwijfeld eens kunnen zijn. Torenproat in mei is een unicum en zal dat blijven. De eerstvolgende volgt de carnavalsagenda, in de winter van 2023.