Na de onvoorzien chaotisch verlopen inloopbijeenkomst op 17 januari, voor bewoners van de Venkant, als locatie voor het bouwen van 19 flexwoningen, volgden vanuit de VVD-fractie een reeks vragen aan het gemeentebestuur. Zowel de vragen als de reacties van het gemeentebestuur zijn hieronder weergegeven.
-De vragen namens de VVD zijn schuingedrukt weergegeven. De antwoorden staan tussen aanhalingstekens.
Hoe is het college tot een besluit gekomen tot het plan om 19 flexwoningen aan de Venkant in Sint-Michielsgestel te plaatsen?
“De ambitie van het college is om een bijdrage te leveren aan het verminderen van de woningnood in de sociale huursector. De prestatieafspraak met de corporatie is dat daartoe flexwoningen zullen worden gerealiseerd. We zijn aan de Venkant een eerste pilot gestart.”
Waarom juist aan deze locatie is gedacht?
“De locatie is eigendom van de gemeente. Op basis van de eerste inventarisatie aan de hand van eerdergenoemde punten is de locatie aan de Venkant als meest voor de hand liggend uitgekomen. Een eerste schets op basis van de plattegrond van de beoogde flexwoningen biedt ruimte aan 19 woningen. De corporatie sprak zijn voorkeur uit om de Venkant als eerste op te pakken. Afgesproken is dat dit een pilotproject betreft. Dit houdt in dat we kennis en ervaring willen opdoen om daarna een en ander uit te werken in een kader voor nieuwe projecten.”
Zijn er ook andere locaties onderzocht?
“Er zijn meerdere locaties in beeld gebracht, welke zijn gewogen aan de hand van de criteria die zijn benoemd in het antwoord op vraag 2 en eerder met uw raad zijn gedeeld in de RIB van december 2022. Uit deze weging is de locatie Venkant als geschikt naar voren gekomen.”
Indien ja, kunt u aangeven welke locaties dit zijn?
“Wij achten het op dit moment nog niet opportuun om deze locaties openbaar te maken. Bij eventueel volgende locaties voor het realiseren van flexwoningen willen wij graag de resultaten van de pilot betrekken, waarbij wij hechten aan een goed communicatietraject met u en de omgeving/omwonenden.”
Waaraan dienen deze locaties in eerste instantie te voldoen? (eisen, criteria)
“De locaties dienen ten eerste in planologisch opzicht haalbaar te zijn. Het is wettelijk vereist dat sprake is van een goede ruimtelijke onderbouwing (milieu, bodem, verkeer et cetera). Ten tweede is van belang dat de aanlegkosten (bouw- en woonrijp maken) in redelijke verhouding staan tot het te dienen doel. En natuurlijk moet een corporatie aan de ontwikkeling willen meewerken.”
Wat was de intentie van de gemeente met betrekking tot deze bijeenkomst?
“Onze intentie was een inloopbijeenkomst te organiseren waar geïnteresseerden aan verschillende tafels informatie konden ophalen en in gesprek konden over het concept-plan. De informatiebijeenkomst was bedoeld om reacties te ontvangen op het eerste concept-plan, zodanig dat het plan kan worden verbeterd en beter tegemoet kan komen aan de wensen van omwonenden.”
Zou u, met de kennis van nu, deze bijeenkomst anders inrichten?
“In de opzet van de avond was niet voorzien in een plenair deel. Het bleek dat dat door de aanwezigen wel op prijs werd gesteld. Deze ervaring nemen we mee in de voorbereiding van toekomstige bijeenkomsten.”
In het kader van informeren, participeren en verwachtingsmanagement, welke lering valt er te halen uit de bijeenkomst van 17 januari?
“Duidelijkheid over het proces en de spelregels zijn voorwaarden om met elkaar een goed gesprek te voeren.”
Wat zou de gemeente in het vervolg mogelijk anders willen doen?
“Ieder participatieproces is maatwerk. Afhankelijk van de aard en omvang van de opgave en de fase waarin het proces zich bevindt worden keuzes gemaakt. Ervaringen die we daarbij opdoen nemen we mee om toekomstige trajecten beter vorm te geven.”