Hossen, zwaaien, dansen: op het Torenplein kan het allemaal. In de carnavalstent aan de voet van de Oude Toren gaat vrijdagavond 9 februari een vijfdaagse feestmarathon van start. Voor de organisatie tekent Stichting Om de Toren. Een vooruitblik met bestuurslid Noot de Kort.
Als programmeur drukt Noot de Kort een stevige stempel op het evenement dat sinds 2017 bij elke editie steevast honderden feestgangers trekt. “Ons uitgangspunt is om voor zoveel mogelijk Bokkendonkers en niet-Bokkendonkers een aangename ambiance te creëren waarin het heerlijk is om carnaval te vieren. De formule van het Carnaval om de Toren is daarop afgestemd. We kiezen voor ras carnavalsartiesten en een DJ die de sfeer aanvoelt, de juiste muziek draait en deze zeker niet te hard uit de boxen laat komen. Ook zijn we heel blij met de komst van een aantal uitstekende kapellen die met hun blaasmuziek een onuitwisbare indruk zullen achterlaten.”
Veelbelovend programma
Het programma voor dit jaar is iets om verlangend naar uit te kijken. Op vrijdag 9 februari starten de festiviteiten met de Oevertuure, die in samenwerking met de Zwaantjes wordt georganiseerd. Op het Torenplein speelt allroundband Anderkovver. Zaterdagmiddag is de tent op het Torenplein om 15.00 uur het startpunt van de Bokkendonkse Kroegentocht die verder leidt naar Café Zaal Overberg en Gasterij De Zwaantjes.
In de tent duiken komend carnaval tal van artiesten, entertainers en orkesten op. Zoals feestzanger Rooie Rico (zaterdagavond 10 februari, 22.11 uur), blaasorkest De Knaoiers (zondagmiddag na de optocht) en duo Zum Spass (maandagmiddag na de uitreiking van de Zilveren Dorsvlegel). Ook vertrouwde namen komen hun opwachting maken zoals op zondagmiddag De Gestelse Toppers, kwaliteitsband Wè Heur Ik (dinsdagmiddag) en schlagerzanger Otto Lagerfett die met de ‘Dolle Duitse Avond’ het feestgedruis op carnavalsdinsdagavond zal afsluiten.
Een bonte stoet
De programmering is breed opgezet en weerspiegelt daarmee ook de smaken van het publiek, vertelt Noot. Wat voor feestgangers vinden zoal de weg naar de carnavalstent? Het blijkt een bonte stoet. Noot onderscheidt drie soorten feestvierders. “Allereerst de ervaren doorgewinterde en wat oudere carnavalsvierders die van gezellige carnavaleske muziek houden waarbij ze ook nog gewoon een leuke conversatie met elkaar kunnen hebben. Daarbij worden ze niet gehinderd door een hoog muziekvolume met zware bassen. Een andere groep zijn incidentele bezoekers van alle leeftijden die gericht voor een bepaald onderdeel of tijdstip komen, zoals na de optocht. Dan is het in de tent volle bak feest. Een nog andere groep zijn de passanten. Zij komen bijvoorbeeld uit Oeteldonk met de bus, lopen dan aan de tent voorbij en besluiten dan om toch even naar binnen te gaan. En dan vermaken ze zich prima. Vaak gaat het dan om jongeren.”
Drie S-en
De analyse van Noot maakt scherp: carnaval is een volksfeest dat op het Torenplein goed gedijt. Samenzijn, sfeer en wat spektakel, deze drie S-en zijn de essentie. Zelf kijkt Noot als overtuigd carnavalist erg uit naar de Kapellenrodeo op carnavalsdinsdag. Deze start om 13.11 uur. “Ik ben geboren in 1961 en vier al vanaf mijn zevende levensjaar carnaval. Voor mij persoonlijk is de kapellenrodeo het ware carnaval. Lekkere live-blaasmuziek waar je helemaal in op kunt gaan.”
Feesttent in hart van het dorp
Een bijzonder element in het evenement is de locatie zélf: de rechthoekige feesttent, uitgebaat door Jan Olijslagers en Thieu van Berkel. Noot: “Deze tent komt in enige mate overeen met de Spiegeltent die de Gestelse Pomp elk jaar met de kermis plaatst. De tent doet warm aan: is niet te groot en niet te klein. Ook op momenten dat je met een geringer aantal mensen samen bent, is het al aangenaam vertoeven. En de plek van de tent is een andere pré: centraal in het dorp; heel prettig voor carnavalsvierders.”
Uit de band springen
Even los uit het dagelijkse keurslijf en met dorpsgenoten de zotheid van ‘de omgekeerde wereld’ vieren. Met carnaval in zicht is het voor menig Gestelaar weer tijd voor verkleedpartijen, uit de band springen, polonaises lopen of gewoon heerlijk ‘ouwehoeren’ en opgaan in het geroezemoes. Maar onthoud wel één ding laat Noot tot slot weten met een glimlach: “Eenmaal binnen is het lastig vertrekken. Want zoals onze Prins Pas d’n Urste het zegt en zingt: het is Feest in de tent, waar iedereen je kent!”