foto’s Rob Steendijk
De verschillen in het weer zijn groot, die tussen 6 september 1944 (een woensdag) en vrijdag 6 september 2024. Een koude dag in dat voorlaatste jaar van de Tweede Wereldoorlog, met een temperatuur van gemiddeld 13,9 graden, met 3,7 mm regen. Tachtig jaar later, in 2024, schijnt de zon, een ideale dag voor een wandeling-in-alle-vrijheid. Om de herinnering aan 80 jaar geleden levendig te houden verzamelde zich een honderdtal wandelaars bij de Beekvlietboerderij.
Op de kille oorlogsdag maken de overgebleven gijzelaars bij Beekvliet zich op weg naar Kamp Vught. Voor hen is de bestemming daarna onbekend. Onzekerheid en vrees moeten daarom de overhand hebben gehad bij deze gedwongen wandeling.
Ter herinnering aan de wandeling die de gijzelaars maakten leggen precies tachtig jaar na dato ruim een honderdtal dezelfde route af. Onder een stralende zon, in alle vrijheid. Met hun gedachten vooral bij de gijzelaars, over hoe deze onder hún omstandigheden de weg van Sint-Michielsgestel naar Vught aflegden.
Hieronder persoonlijke reacties van enkele wandelaars aan de herinneringstocht:
Ferdinand Sassen, zoon van gijzelaar Emanuel Sassen: “Als na-oorlogse kinderen die alleen in vrede, vrijheid en veiligheid zijn opgegroeid, mogen we wel eens stil staan bij onze voorvaderen die dat niet gekend hebben. Op drie uur vliegen woedt een vreselijke oorlog, die ons ook raakt. Het kan ook gevolgen hebben voor de veiligheid van Nederland. Dit doet heel veel met me.
Burgemeester Eiko Smid: “Het voelt dubbel. Aan de ene kant een prachtige tocht met mooi weer door de prachtige natuur en aan de andere kant de onzekerheid van de gijzelaars precies 80 jaar geleden. Dat doorvoel je als je hier loopt en met de mensen spreekt. Heel bijzonder.”
Teus Barten: “Dit is een geschiedenis die onbekend is en naar ik begreep de eerste keer dat dit gelopen wordt, dus ik dacht ik ga er naar toe. Ik kreeg de melding via google automatisch binnen en loop door heel nederland herdenking-wandelingen. Dit jaar heb ik een drukke agenda, vanwege 80 jaar in vrijheid.”
Guus van den Ekart:
Toen we in de huifkar stapten, direct naast de treinwagons in Kamp Vught kreeg ik een beklemmend en benauwd gevoel. Ook wij zaten dicht tegen elkaar, maar dan in een open huifkar. Hoe moet dan voor hun geweest zijn ?
Koos Loose: “Het is prachtig dat we de boodschap en de verhalen van de gijzelaars met de Expositie en het IDEC via deze herdenking kunnen uitdragen. Met zo’n grote opkomst. Deze mooie historische plek maakt het uniek.”
Riny van Hout: “Ik ben vandaag het appel-vrouwtje. Hebben ook water en chips voor de wandelaars en de muzikanten. Heb zelf een paar mandarijnen meegenomen want niet iedereen lust appels. Het is goed dat de historie bekender wordt in Gestel. Direct na de oorlog zeiden we, we hebben genoeg meegemaakt, we hebben het er niet meer over en gaan verder met het leven. Nu besef je dat de generaties na ons er dan niets meer van opsteken. Ik ben 86 maar je kunt altijd nog met iets meehelpen. Ik ben gelukkig nog gezond. Vandaag dus als appelvrouwtje.”
Rob Steendijk: “Ik vind het geweldig dat dit zoveel aandacht krijgt in ons dorp. De indrukwekkende verhalen van de Burgemeester, Koos en Ge. Het is zoals de burgemeester zei, net als de gijzelaars moeten we vooruit denken in deze wereld. Zeker als je ziet hoeveel ellende er op ons af komt.”
Josine Spit en Hans Roelofs: “Tijdens het wandelen hoor je waarom mensen meedoen, wat ze zelf meegemaakt hebben bijvoorbeeld in hun familie. Het zijn prachtige verhalen, verdrietig soms ook. Je deelt ze zomaar tijdens de wandeling met onbekende mede-herdenking-wandelaars. Heel mooi en bijzonder.”
Mark du Maine, wethouder Vught: “De historie van Kamp Vught is me natuurlijk goed bekend, dit veel minder. Het is goed dat deze herdenking georganiseerd wordt en het verrast me dat zo veel mensen hieraan meedoen. Het is een zwarte bladzijde in de historie en daar mogen we wel bij stil staan.”
Cas de Quay, kleinzoon van Jan de Quay (vml vice-president van Nederland): “Heel bijzonder om mee te maken. Moet denken aan mijn vader die in 1944 samen met mijn grootvader in Beers bij Nijmegen de vliegtuigen zag overkomen waar hij vaak over vertelde. En natuurlijk ook aan mijn grootvader die hier in 1943 en 1944 in het kamp heeft gezeten.”
Ton Kapteijns: “Het is een leuke route, natuurlijk niet helemaal hoe de gijzelaars liepen, want er is nu veel meer bebouwing, maar we lopen wel langs herkenningspunten. Een echte herdenking route zoals het hoort en goed georganiseerd.”
Wim Molenkamp: “Normaal wandel ik, maar vandaag hangt er iets boven. Die gijzelaars liepen hier met de zenuwen in hun lijf. Er is van alles aan de hand in de wereld, maar ik kon vandaag zelf beslissen of ik deze wandeling ging maken. Dat houdt je wel bezig. Dat konden de gijzelaars niet.”
Lamber Foolen: “Dit is een rijke historie die herdacht wordt en daar dragen wij graag aan bij. Het Michael Orkest speelt de passende nummers. We’ll meet again van Vera Lynn en The bridge on the river Kwai-Colonel Bogey March.”
Gé van Berkel: “Zeer veel belangstelling, dat is waar we het voor doen. Vanmorgen was ik alles aan het klaar zetten hier in Halder en dan komen er allemaal mensen met honden langs die zich afvragen wat hier gebeurt. Als je dan vertelt over de 300 gijzelaars die van gestel naar vught moesten lopen, rollen de ogen uit hun kassen. Niemand kent de historie van de 1300 gijzelaars in Beekvliet.”
Jose Vrijhoef en Rita Stiphout: “Vanmorgen dacht ik wat doe ik aan, maar dan realiseer je je dat de gijzelaars zich deze vraag niet hoefden te stellen. Ik heb ook geen rugzak meegenomen, dat hadden zij ook niet. We hebben het er samen over, wat moeten zij hebben gedacht toen ze hier zo lipen op weg naar Vught.”
Betty Fleuren: “Vroeger woonde ik in Haaren en als ik via Haarendael naar mijn zus in Westerbork reed, hoorde ik veel over de kampgeschiedenis. Hier in Gestel was ook een kamp.”
Theo: “We (Wandelsportvereniging Groot Gestel) zijn hier vandaag met zo’n 30 leden, dat is een mooi aantal. We wilden ook niet met teveel komen. Er zijn in totaal een honderd wandelaars dus een goede opkomst voor deze herdenking.”