De kist kreeg een ereplaats op Stoffel, de gerestaureerde ladderwagen en het pronkstuk in de remise van de brandweerkazerne. Anderhalf jaar geleden was Jozef hier nog als eregast aanwezig vanwege zijn 60-jarig jubileum als lid van de Gestelse brandweer. Zaterdag 22 april jl. stond hij wederom in het middelpunt, echter nu om afscheid van hem te nemen. Zeven dagen eerder overleed hij op 80-jarige leeftijd.
Jozef werd geboren op 11 augustus 1942 en was de veertiende in de rij van vijftien in het gezin Van der Donk. Zijn vader had een kraam in vis en friet op de hoek bij Café Overberg en later aan de overkant. Jozef nam het van zijn vader over en stond naast zijn vaste standplaats ook op de markt en kermissen. Hij was een bekende verschijning in het dorp en niet alleen vanwege de viskraam.
Jozef was een familieman. Hij trouwde met zijn grote liefde Helma en ze werden gezegend met twee dochters en een zoon. Op woensdagmiddag was de viskraam gesloten zodat hij leuke dingen met zijn kinderen kon doen.
Zijn kinderen waren fervente ruiters bij de Gestelse ruitersportvereniging en hij was bij alle wedstrijden waarin zij reden aanwezig. Hij was zelf bestuurslid van de Stichting Ruitersport die het beheer had over de manege De Aula, later ook samen met zijn dochter Ellis.
Hoewel Jozef zelf geen sporter was, kon hij enorm van sport genieten. Veldrijden vond hij mooi om te zien, zeker toen de plaatselijke helden Rein Groenendaal en later zijn zoon Richard reden. Tot voor een paar weken geleden volgde hij samen met zijn zoon Robert alle Formule-1-races van Max Verstappen.
Jozef zette zich graag in voor de gemeenschap. Zo richtte hij samen met Wim Berkelmans de politieke partij Gestels Belang op en kwam hij als wethouder in de gemeenteraad. Hij sprak de taal van de gewone burger; hij kende iedereen en iedereen kende hem. Jozef was een markante persoonlijkheid, een mooi mens en een Gestelnaar in hart en nieren.
Vanuit de politiek was Jozef ook actief in de Stichting Sint-Michielsgestel-Buk; een jumelage die dit jaar zijn 33-jarig bestaan viert. Jozef reisde meerdere malen mee naar Buk en was er een graag geziene gast. Hij sprak geen woord Pools, maar onder het genot van wat glaasjes wodka en bier nam hij deze taalbarrière zonder problemen.
Dat zijn Poolse vrienden hem nog steeds een warm hart toedragen, bleek uit de delegatie uit Buk die bij het afscheid aanwezig was.
De brandweer was zijn lust en zijn leven. In 1961 meldde Jozef zich aan bij het korps. Hij was gedreven en technisch zeer kundig. Als bevelvoerder was hij bij ieder incident meestal als eerste ter plaatse.
Jozef genoot van alle brandweerfeesten en -uitjes, waar hij meer dan eens ook zijn muzikale talenten als drummer liet zien. Jarenlang was hij voorzitter van de brandweervereniging. Hij vond het belangrijk om naast de samenwerking in onverwachte en gevaarlijke situaties, ook op een relaxte manier de onderlinge saamhorigheid te bevorderen.
Na zijn pensionering liet zijn gezondheid hem in de steek, de liefde voor zijn gezin en Helma in het bijzonder hield hem op de been. Voor hen probeerde hij zich zo lang mogelijk sterk te houden, hoe moeilijk dat soms ook was. Tot het niet meer ging.
Stilletjes, in een onbewaakt moment, verliet hij deze wereld.