Cijfers liegen niet, zo reageerde Kirk den Otter namens het CDA op cijfers over de effecten van het woningmarktonderzoek en woonzorganalyse. Met de gegevens uit dat onderzoek constateerde het CDA dat de kernen Gestel en Gemonde achterlopen bij het toewijzen van nieuwbouw. Reden voor de partij om het College van B en W te bevragen. Uitgangspunt is de conclusie in de Woonzorgvisie van woningmarktadviesbureau Companen, die om een ‘forse kwantitatieve bouwimpuls vraagt’. Den Otter baseert zich op cijfers in het zogenaamde Koersdocument, afkomstig uit een model van bureau Companen.
De onderstaande tabel toont de feitelijke cijfers uit de verderop genoemde trendprognose
Minder in Gestel en Gemonde dan in Den Dungen en Berlicum
Wat de huidige en toekomstige situatie betreft constateert het CDA dat cijfers uit het rapport van woningmarktadviesbureau COMPANEN over de periode 2016-2022 laten zien dat de dorpen Sint-Michielsgestel en Gemonde respectievelijk veel minder en minder zijn gegroeid dan hun relatieve aandeel in het aantal huishoudens. Omgekeerd geldt dat de dorpen Den Dungen en Berlicum juist veel meer zijn gegroeid. Berlicum vertegenwoordigd daarbij zelfs bijna de helft van alle nieuwbouw. Ook in de trendcijfers van woningmarktadviesbureau COMPANEN tot 2030 blijft Berlicum het grootste aandeel in de groei hebben, de groei in Den Dungen en Gemonde neemt toe en die in het dorp Sint-Michielsgestel neemt juist nog verder af.
Kirk den Otter wil van het college weten of dat de disbalans voor de dorpskern Sint-Michielsgestel onderschrijft. “Het lijkt inderdaad vreemd dat de kern Sint-Michielsgestel in de trendprognose een relatief geringer aandeel groei krijgt toebedeeld”, luidt de reactie. Echter om dit op te lossen moet er de komende jaren gewoon meer gebouwd worden in het dorp Gestel, aldus Den Otter.
Compenseren, maar hoe?
Op de vraag van Den Otter welke acties op korte termijn worden ondernomen om na 2030 deze disbalans te kunnen compenseren, antwoordt B en W dat zij bureau Companen hebben verzocht om in overleg met hun onderzoeker van het woningmarktonderzoek opnieuw naar de trendprognose per kern te kijken. Over het ‘hoe?’ blijft een concrete toezegging vooralsnog uit. Wel worden de aangepaste cijfers gebruikt in de eindversie van de Woonwelzijnszorgvisie.
Hierover zegt B en W: “Dat wil niet zeggen dat wij deze cijfers zonder meer overnemen. Het is aan het gemeentebestuur zelf om keuzes per kern te maken. Wij gaan hier dus zeker nog met u over in gesprek.”
Belang voor alle kernen gelijk
Of het college het belang van de bouw van woningen in Gemonde voor het bevorderen van de leefbaarheid van Gemonde onderschrijft, wil Kirk den Otter namens het CDA ook weten van het college. Het antwoord is kort en helder: “Het college onderschrijft het belang van bouwen in alle kernen.”
De vraag blijft hangen
De reacties van B en W laat het CDA desondanks achter met een vraag. “Het CDA wil heel graag alsnog een antwoord krijgen hoe we komen tot een toekomstige oplossing voor de geconstateerde disbalans in het dorp Sint-Michielsgestel. Kortom: wat is de visie op extra bouwen in de toekomst voor het dorp Sint-Michielsgestel?”