Nog maar even, dan kan het roodwitte lint bij de Natuurspeeltuin opgerold. Eventjes nog, dan kunnen kinderen zich weer uitleven in het Gestelse buitenspeelparadijs. Het regenwater dat sinds december tot wel veertig centimeter hoogte reikte, is weggepompt. Vanaf donderdagavond tot ver in de vrijdagnamiddag hevelde een grote pomp zo’n tweeduizend kubieke meter water via een dikke slang het vele water in de speeltuin over tot in de Dommel.
‘Wadi van de wadi’
Maandenlang fungeerde de Natuurspeeltuin als wadi van de wadi, glimlacht een voorbijganger. De zogenaamde retentievijver, tussen het gemeentehuis en de speeltuin, loosde ogenschijnlijk regenwater op het eveneens laag gelegen speelpark.
Fresen
Een handjevol vrijwilligers staat op zaterdagochtend paraat om het speelzand te harken. Even verderop kleeft nog de smurrie van algen op het zand. Een drietal veegt de drek bij elkaar en deponeert het in de houtrail, de buitenkant van de speeltuin. “Hopelijk kunnen we heel snel, misschien nog wel vandaag, het valzand te fresen. Dat is nodig omdat het zand vastgeklonken zit. Dus eerst wat losser maken, anders is het te risicovol bij eventueel vallen van een speeltoestel”, zegt Jurriën Vos, speeltuin’manager’ van de Natuurspeeltuin.
Waterschap
De overlast duurde lang, van december tot midden april. Of dat te voorkomen was, is een regelmatig te horen vraag. Het antwoord komt van Vos: ”Al voor de aanleg van de speeltuin hebben we dat aangegeven bij de gemeente en het Waterschap. De laatste ging er toen niet in mee.” Die situatie gaat veranderen, zo is besloten. De gemeente gaat komende week voor een tweede keer het zand fresen, om de ondergrond nog luchtiger te maken.
Niet opnieuw in de toekomst
De initiatiefnemers van de Natuurspeeltuin hebben duidelijke plannen om toekomstige overlast te voorkomen. “Op één plek, ergens bij het laagste punt in de speeltuin, komt een afvoer, waarop een keerklep is bevestigd. Dan kan overtollig water via een pijp naar de Dommel meteen worden afgevoerd en kunnen toestanden als deze niet opnieuw gebeuren.”, verwacht Jurriën Vos.