Natuurgroep Gestel organiseert wandelingen voor senioren op iedere tweede woensdag van de maand. Wandelde u wel eens met hen mee, onder leiding van een van de natuurgidsen? Dan weet u hoe leerzaam maar zeker ook hoe gezellig deze rondwandelingen van 1,5 uur zijn. Bent u nooit met hen mee geweest? Doe het eens en u zult zien dat u een volgende keer weer wilt meewandelen!
De groep maakt iedere tweede woensdag van de maand zo’n natuurwandeling in de directe omgeving van Sint-Michielsgestel. De start is om 10:00 uur, ze zijn rond 11:30 terug om vervolgens nog even vrijblijvend na te praten met koffie. Rond 12.00 uur gaat iedereen weer naar huis. Er wordt alleen een vrijwillige bijdrage gevraagd voor de koffie.
Omdat er geen vaste uitvalsbasis is, wordt gerouleerd van startpunt, mede met het oog op het aanhouden van variatie. Op woensdag 14 juni vertrekt de groep vanaf de parkeerplaats van zwembad “Zegenwerp”, Esscheweg 5, Sint-Michielsgestel. Voor meer informatie: Michel van de Langenberg, tel. 06 22432941 of michel.langenberg@home.nl
Verslag van de wandeling op 10 mei
door Piet Brugman
Woensdag 10 mei was het weer zover: de maandelijkse Seniorenwandeling in Sint-Michielsgestel. In de maand april en tot d10 mei was er veel regen gevallen. Prima hoor! Ook deze dag zag het er weer triest uit. Toch meldden zich 37 deelnemers bij het verzamelpunt. Tijdens de wandeling van 10 tot 11.30 uur was het droog. De rest van de dag regende het. Gestart werd er vanaf het Buitenverblijf van het Brabants Landschap, Haanwijk 4A in Sint-Michielsgestel.
Er werden drie groepen geformeerd. Verslaglegger liep mee met de groep gids Nori Verhagen. De wandeling ging richting Kasteel Haanwijk, vervolgens naar de brug over De Dommel met zicht op Halder, gedeeltelijk langs de Dommel en vervolgens weer richting het Buitenverblijf voor de koffie. Een werkelijk prachtige wandeling.
De IJsheiligen van 11 tot 15 mei 2023
De naam IJsheiligen komt van een aantal katholieke heiligen van wie de naamdagen in deze periode vallen; te weten en achtereenvolgens: Mamertus, Pancratius, Servatius van Maastricht en Bonefatius van Tarsus.
In de volksweerkunde betekenen de IJsheiligen ‘het einde van de kans op schadelijke nachtvorst’. Kortom: De kans op nachtvorst is ná de IJsheiligen bijzonder klein, alhoewel het in de zomer, theoretisch, nog kan vriezen.
Daarom: Plant je (zelf gezaaide) vorstgevoelige planten, of breng je vorstgevoelige planten naar buiten, ná de IJsheiligen. Zelden komt er na de 15e mei nog nachtvorst voor. Het heeft ondermeer te maken met de kracht van de zon. Maar garantie tot aan het tuinhekje. En wat gebeurt er? Van 17 op 18 mei zouden er toch een paar plekken in Nederland zijn geweest waar nachtvorst zou zijn gemeten. Zo zie je maar.
Kasteel of Huize Haanwijk
Wij kwamen er langs. Er werd gewerkt aan de ring- of omsluitingsmuur van het kasteel. Gerestaureerd of opnieuw opgebouwd met oude gebruikte bakstenen. Misschien wel met veldbrandstenen. Dat zijn bakstenen die gebakken zijn in een veldbrandoven zonder muren. Zo’n ringmuur werd vroeger gebouwd om een beschermde ruimte te creëren voor het dagelijks leven in het kasteel.
Vanaf 2018 werd het hoofdgebouw gerestaureerd, daarna volgden enkele bijgebouwen; vroegere dienstgebouwen. Dit jaar worden de percelen Haanwijk 1a, 2, 3 en 3a opgeknapt. Ik begrijp dat het immense werk dit jaar wordt afgerond. De Stichting Brabants Landschap is eigenaar van Kasteel Haanwijk.
Het Stronteiland
Net voorbij Huize Haanwijk, bij het museum Romeins Halder ligt een betrekkelijk klein eiland dat Stronteiland wordt genoemd. Dit eiland wordt ook wel de Beer of Poepdoos genoemd. In het verleden werd er op dit eiland geen stadsbier maar stadsbeer gelost. Wij kwamen er langs en Nori vertelt.
Om gelijk maar duidelijk te zijn, ‘beer’ staat ondermeer voor modder en poep; ‘stadsbeer’ voor poep uit de stad; in dit geval Den Bosch. Denk aan het woord ‘beerput’. Even wat uitleg:
In vroeger eeuwen was er sprake van serieuze scheepvaart, niet alleen op de Dommel maar ook via allerlei aangesloten waterlopen als de Dungense- en Pettelaarse vaartgraaf. Ook op belangrijke verbindingen tussen Den Bosch en Dungen en tussen Den Bosch en Haanwijk/Herlaer.
Miljoenen tonnen zand werden toen vanuit de omgeving Haanwijk en Herlaer naar Den Bosch verscheept om de binnenstad op te hogen. Dat gebeurde met platte schuiten die ‘pleiten’ werden genoemd. Op de terugweg naar de zandwinningsgebieden werd vaak stadsbeer mee terug genomen. Dat stadsbeer was de inhoud van privé beertonnen uit de binnenstad van Den Bosch om op het Stronteiland gelost te worden. Dat was weer handig om de arme grond, dat voldoende aanwezig was, te bemesten. Hoe het allemaal ‘administratief’ geregeld werd tussen het stadsbestuur, het vervoer met pleiten en de beerafzet op het eiland is mij nog even niet bekend.
In mijn jonge jaren gebeurde hetzelfde in het klein. Mijn opa maakte elk jaar, direct na de winter, de beerput die achter mijn geboortehuis lag, leeg. Met een schepemmer aan een dikkere steel werd met een dichte kruiwagen de gehele inhoud van de beerput over de groentetuin verspreid. Over de rabarberstruiken die nog moesten uitlopen, onder de bessenstruiken en over meerdere punten in de tuin. Ongeveer een week later werd de uitgereden inhoud van de beerput ondergespit. Het groeide daar later als een tierelier. Maar de beer was toen wel van betere kwaliteit dan de hedendaagse poep. Trouwens, beerputten zijn er ongeveer niet meer; nog wel vee-gierkelders.
Overigens kan ik nog berichten dat er een boek, in twee delen, over de Dommel wordt uitgegeven, waarin dit onderwerp ook wordt beschreven. Ook heeft iemand wetenschappelijk onderzoek gedaan naar alles wat met menselijke fecaliën te maken heeft. Niets menselijks is mij vreemd. Maar daarover verschijnt, of is er al, een boek: De stad, haar afval en de beerput. Met dank aan Nori die mij wat informatie daarover toestuurden.
Valse salie
Al vrij snel zagen wij op de route een plakkaat netelachtige plant staan. Nog niet bloeiend. Wat jaren terug zou een Flora geraadpleegd worden, maar nu liet de voorzitter van de vereniging, die toevallig ook mee liep, het licht van haar Phone over het plakkaat schijnen. En zowaar. Valse salie was het antwoord. Wat is nuttig om te weten over de Valse salie?
- Het is een bossige overblijvende groene plant uit de lipbloemfamilie. Precies wat wij zagen.
- Het is een plant die van licht houdt, maar niet te veel.
- Daarom vind je hem in lichte bossen, bosranden, bosschages en op kapvlakten.
- Valse salie heeft ondergrondse uitlopers die in feite tot de moederplant behoren. Dat zijn dan echte klonen; ofwel genetische kopieën.
- De bloeiende plant wordt graag bezocht door wilde bijen, met name hommels.
- Valse salie is de waardplant voor de bosparelmoervlinder. Deze vlinder heeft de Valse salie nodig om zich te vermeerderen.
- Valse salie kan vaak twee winters overstaan. De Valse is een zogenaamde ‘overstaander’.
- Valse salie? Dan mag je denken dat er ook Echte salie bestaat. Dat is juist; Echte salie bestaat ook.
- Verslaglegger weet nog even niet of een iPhone of smartphone het verschil onderscheidt in nog niet bloeiende planten die op elkaar lijken.
Gewone Salomonszegel
Wij kwamen erbij uit. Meerdere keren. Wat mag u weten van Salomonszegel?
- De Salomonszegel is een ‘geofyt’, d.w.z. een plant die overwintert in de aarde, in de grond of onder de grond.
- Er zijn vier soorten salomonszegels; de Gewone-, de Krans-, de Welriekende- en de Tuinsalomonszegel.
- Salomonszegels zijn meerjarige planten met een vlezige wortelstok en hangende bloemen.
- De naam heeft alleen iets indirect te maken met koning Salomo uit de Bijbel door de littekens die afgestorven bloemstengels uit vorige jaren op de wortelstok achterlaten.
- Bloeit in mei/juni, de bloemen hebben een klokvorm naar één kant, de bloemen zijn wit met groene top.
- Het is ook een stinzenplant gelijk de Bosanemoon, Sneeuwklokje, Speenkruid, Daslook en Robertskruid. Om er een paar te noemen.
Een segrijnslak?
Gids Nori vertelt en de verslaglegger vindt ook nog wat op internet. De segrijnslak is een op het land levende ‘longslak’, een ongewerveld dier. Als deze slak de segrijnslak is, dan wordt hij wel kleine wijngaardslak genoemd ter onderscheiding van de grote wijngaardslak. De (kleine) segrijnslak is beweeglijker dan de grote wijngaardslak. De totale lengte tijdens het kruipen is maximaal 6 centimeter. Zes centimeter? Dat is klein hoor!
Bij te lang droog en warm weer gaat deze segrijnslak in een ‘zomerslaap’. Als de temperatuur daalt en de vochtigheid stijgt wordt hij weer actief en ontstaat er een groeispurt om de verloren achterstand weer in te lopen. De segrijnslak is een nachtdier. Overdag blijft hij uit direct zonlicht en extreme hitte.
De meidoorn
Wie kent hem niet? De meidoorn groeit als een grotere struik of kleine meerstammige boom.
De woorden doorns en stekels vielen. Is het nuttig om het verschil tussen deze twee te weten? Je moet het allemaal maar opslaan op je ‘vaste schijf’.
Stekels breek je, linksom of rechtsom, met kleine moeite af van een tak. Stekels zitten als het ware óp de tak. Rozen hebben stekels en geen doorns.
Doornen of doorns komen úit de tak en zal je, indien nodig, met een scherp mesje moeten afsnijden. Meidoorns hebben doornen. Dat lijkt logisch.
De Dommel en de Essche Stroom
Lopend langs de Dommel zagen wij aan de overkant de beek Essche Stroom de Dommel instromen. De Essche Stroom is ontstaan uit een samenkomen van de Achterste Stroom en de Voorste Stroom bij Oisterwijk. Wat verderop sloegen wij rechtsaf en wandelden wij richting het Buitenverblijf van het Brabants Landschap. ’n Bekertje koffie met een koekje, nog wat kletsen en weer naar huis. We kunnen er weer tegen voor een maand.
De Aziatische hoornaar
Nog net voor ik dit verslag naar de Natuurgroep stuur, precies 10 dagen ná de wandeling, lees ik een krantenbericht dat mij en u misschien ook niet vrolijk maken. Het heeft dus niets met de wandeling te maken, maar past wel bij onze natuur attitude.
De Aziatische hoornaar wordt een steeds grotere bedreiging voor bijenvolken in ons land. Vorig jaar, 2022, werden er in ons land 22 koninginnen gevonden. Dit jaar zijn het er nu al meer dan 100. En het is pas eind mei.
De Aziatische hoornaar is een invasieve exoot. Van oorsprong komt hij hier niet voor, maar vormt nu wel een grote bedreiging voor allerlei insecten.
Die Aziatische hoornaar vormt een bedreiging voor de biodiversiteit in het ecosysteem. ‘Biodiversiteit’ staat voor ‘soortenrijkdom’ en ‘ecosysteem’ voor de onderlinge verbanden tussen planten en dieren in hun natuurlijke omgeving. Dit even tussendoor als korte herhaling.
Deze wesp gaat werkelijk wreed te werk om zijn prooi te bemachtigen, vertelt het krantenartikel. De hoornaars weten de bijenkasten feilloos te vinden. Ze vangen binnen twee tot drie seconden een bij. Ze bijten de kop, de vleugels, de poten en het achterlijf af en vliegen daarna met de romp terug naar het nest als voedsel voor de larven.
Uitroeien lijkt onmogelijk en daarom wil men de schade zoveel mogelijk beperken. Mensen die denken dat ze een nest hebben van de Aziatische hoornaar kunnen dat melden via de website waarnemingen.nl Binnen enkele dagen worden ze dan geholpen.
Graag had ik van deze invasieve exoot een duidelijke foto bij dit stukje geplaatst. Op internet zijn goede foto’s van deze hoornaar te vinden. Ook gratis foto’s. Het is mij, veteraan-digibeet, niet gelukt zo’n gratis foto van internet te lenen, laat staan andere hoornaar foto’s. Jammer, ik had hem graag laten zien.
Woensdag 14 juni zien wij elkaar weer.