Het waren maar ruim vijf maanden die zij in Sint-Michielsgestel woonden, het negentigtal Oekraïense vluchtelingen. Vanaf september waren zij welkom in voormalige internaathuizen van Kentalis. Daar vonden zij veiligheid en enige rust, zo vertellen enkelen van hen. Pas deze week hoorden de laatste drie gezinnen waarnaartoe zij verhuizen per 1 maart. Voor het merendeel is een nieuw onderkomen in Boxtel geregeld.
Olha Bohur uit Kharkov vertelt dat zij en haar landgenoten dankbaar zijn voor alle hulp die zij in Gestel ontvingen. Olga doet haar verhaal samen met een viertal lotgenoten via een mobiele telefoon. Het mobiel ligt op tafel, de tolk aan de andere kant van de verbinding, vertaalt vragen en antwoorden. Naast dankbaarheid zijn er echter ook zorgen. Want liefst waren de Oekraïners in Gestel gebleven. “Hier is het goed”, vertelt ook Viktoriia Shvedchikova, “we hebben alles wat we nodig hebben. Wij kregen veel hulp.” Zij doelt daarbij onder meer op de maandelijkse vergoeding die de vluchtelingen kunnen besteden, maar ook op alle materiële zaken, zoals de inrichting van de huisjes.
Heimwee
Vitalii, de 17-jarige zoon van Viktoriia, luistert vooral. Als bij hem naar zijn welbevinden wordt geïnformeerd, erkent de jongeman dat hij veel denkt aan zijn vaderland. De omgeving waar hij écht thuis is, Kharkov. Via de tolk vertelt Vitalii dat hij dagelijks belt. Dat de Russen in zijn woonplaats zijn, dat er veel vernield is. En dat hij bang is dat zijn familieleden zullen sterven door het oorlogsgeweld. “Ja, ik heb veel heimwee naar Oekraïne”, zegt Vitalii.
Ongerust
Achter Vitalii, bij de ramen staan dozen en tassen, met erin allerlei spullen. Klaar voor de aanstaande verhuizing. Er heerst wel enige ongerustheid bij de gedachte aan de volgende bestemming. Via andere vluchtelingen hoorden zij over de Rabobank in Boxtel, volgens hen een veel minder comfortabele verblijfplaats. Wellicht onnodig, deze bezorgdheid, omdat juist een andere locatie, De Heesemanshoeve in buitengebied Luissel, voor hen de uitverkoren plek lijkt te zijn. “Tot nu weten wij het nog niet”, verzucht Liana Burlachenko op dinsdagmiddag 21 februari. Op 1 maart moeten de oorlogsvluchtelingen zijn vertrokken bij Kentalis. Kentalis zet het gehele terrein in de verkoop.
Taalbarrière
Als het gesprek over het tijdelijke verblijf in Gestel gaat, dan komt al snel naar voren dat de contacten met de Gestelse bevolking uiterst summier was. Jawel, zij kwamen wel buiten, deden boodschappen in de supermarkt, gingen naar de kerk, maakten uitstapjes, verkenden de ‘thuisomgeving’. Tot bezoekjes of gesprekken met dorpsgenoten kwam het echter niet of nauwelijks. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de taal. Een barrière, die ondanks de vele goede bedoelingen van twee kanten moeilijk te nemen blijkt.
Kinderen
Wat anders ligt dat bij kinderen. “Die maken makkelijker contact met elkaar”, zegt Irina. Ten tijde van het gesprek is nog niet bekend of de Oekraïense kinderen dezelfde school kunnen blijven bezoeken. De wens van de kinderen is bekend bij Irina: “De kinderen zijn blij op school, zij willen graag blijven. We hopen dat dat kan.”