Kermismaandag hield het Gilde Sint Anthonius en Sint Barbara het traditionele Koningsschieten. Volgens de ‘caert’, het reglement uit 1612, een traditie die elke vier jaar dient te gebeuren. De dag begon met het ophalen van de oude koning Jan Mettler, deze werd onder tromgeroffel naar de Spiegeltent op het Petrus Dondersplein gebracht.
Aldaar volgde de kermismis, opgedragen door een heuse kermispastoor. Deze wist dat op ludieke wijze te brengen. Na het nuttigen van een maaltijd bij de oude koning ging het voltallige gilde naar hun onderkomen in park De Kleine Ruwenberg. De vogel werd geplaatst en het Gilde trok in aanwezigheid van beschermheer Marcel van der Linden en de Burgermeester drie maal rond de schutsboom. Dit is traditie om de boom te inspecteren en boze geesten te verjagen. Nadat de beschermheer en de burgermeester de boom hadden “gevrijd” (openingsschoten) begonnen de Gildebroeders aan de sportieve strijd om de houten vogel naar beneden te schieten. Aangezien het een stevig vogeltje was duurde dat tot het 268e schot voor de vogel viel. Teun van Breugel was de gelukkige die het laatste schot vakkundig wist te plaatsen. Na de felicitaties begon het officiële gedeelte. Volgens de oude ‘caert’ van 400 jaar is ook dat een zorgvuldig uit te voeren ritueel. De hoofdman Thieu van Berkel nam het woord en installeerde de koning . Na het lopen over het Gildevaandel, alleen voorbehouden aan de koning, volgde er een vendelgroet voor Koning Teun, partner Inge en zoon Sil. De nieuwe koning is vier jaar lang lid van de Gildeoverheid (bestuur) en mag een vat bier en een zilveren schild schenken. Na het officiële gedeelte volgde de nazit met een hapje en een drankje, en het was ondanks het mindere weer een geslaagde dag voor de “Jonge Schuts van Gestel”. Trompetters en trommelaars van Sint-Anthonius en Sint-Barbara begeleidden het ceremonieel, vendeliers brachten de koningsgroet.