Er is een oorlog aan de gang, in Oekraïne. Al vele weken. Er is een groeiende vluchtelingenstroom onderweg. Al weken. Er is om hun opvang gesmeekt. Al weken. Er zijn dorpen, steden en gemeentes die barmhartig hun poorten open zetten. Al weken. Er is gemeld dat ook Sint-Michielsgestel woonruimte beschikbaar stelt. Al weken.
Ik voel een blos op mijn wangen als ik hoor van Boedja, van Charkiv, van Marioepol, dadelijk van Odessa (?). Van de verwoestingen die er plaatsvinden krijg ik het koud. Dat rijmt weer niet met een blos op je gezicht. Wat ook niet rijmt, is dat ondanks beloften van onze gemeente -al weken terug ja- om bekend te maken, waar wij onze collectieve barmhartigheid, medemenselijkheid, solidariteit en wat meer aan goeds in de menselijke inborst huist kunnen tonen, dat dat nog niet gebeurd is.
Veel burgers, ik reken me tot een van hen, worstelen intussen met het vertrouwen in het handelen van de gemeente. De tijd tikt door, voor de vluchtelingen, voor ons als burger, voor onze en ook andere gemeentes. En het kán, het kan anders. Een buurgemeente, met wie wij meer dan intensief samenwerken, vond al twee locaties voor vluchtelingenopvang. En wij?! We horen nagenoeg niets.
Meedenkende inwoners dachten al aan het oude gemeentehuis. Kansloos, vermoed ik, want in een donkere nacht jaren terug veranderden daar alle koperen leidingen van -een tot nu onbekende- eigenaar. Als je zo’n gebouw vervolgens een jaartje of zestien laat staan verpieteren, er geen bestemming voor weet te vinden, dan zal het koper onderwijl zeker niet zijn vervangen door pvc. Let wel, dit berust slechts op een aanname.
Dan hoor je over overleg met Kentalis mompelen of fluisteren, inofficieel natuurlijk, want stel dat iemand te veel zegt. Dus, wat wordt het nou, het Marthapension, of toch het Broedershuis? Het laatste weer niet, hoor ik net, nu officieel. Is ook hier een strijd gaande, al weken, online, telefonisch of vis-a-vis tussen Kentalis en gemeente? We weten het niet. Al weken, terwijl de belofte er lag ons te informeren. De burgemeester wilde er op 9 maart nog niet op vooruitlopen. Mei is nabij…
En hoe is die tussenliggende tijd verder benut? Kregen burgers een vraag, een verzoek of een kans zich voor te bereiden om iets te betekenen in deze vluchtelingenkwestie? In humanitaire, sociale zin, in (taal-)onderwijs, of in culturele activiteiten tíjdens een toekomstig verblijf. Ik kan het hebben gemist.
Wat ook de plaats van huisvesting wordt, mocht het nodig zijn het pand op te knappen, noteer mij maar voor het leggen van laminaat. Mocht die vraag, of een voor taallessen, uiteindelijk komen, ik beloof te reageren. Binnen een dag. Erewoord!
Willem Geurts